uitgelicht
collectie-
stuk

Aanwijzingen voor auteurs

Levering van kopij
(a) Alle kopij wordt via e-mail toegezonden aan de hoofdredacteur van Zeeland, jjimvandamme@gmail.com
(b) Illustraties kunnen ook op cd-rom of usb-stick geplaatst worden en aan de hoofdredacteur toegezonden (Naam en adres: Jan van Damme, Noordweg 343, 4333 KA Middelburg)
(c) Illustraties worden dus niet in de kopij-tekst opgenomen.

Omvang van de kopij
(a) Een artikel telt bij voorkeur circa 3000 woorden
(b) Een boekbespreking telt bij voorkeur circa 1200 woorden
(c) Een signalement (van een publicatie) telt ten hoogste 300 woorden.

Hoofdtekst
(a) De hoofdtekst wordt als volgt getypt: in Microsoft Word (bij voorkeur de meest recente versie), in Times New Roman, 12 punten (dit geldt ook voor de auteursvermelding, de titel, de kopjes en de noten), met regelafstand 1, links uitvullen ingeschakeld (zogenaamde vrije regelval), zonder alinea-inspringingen, afbreekfunctie uitgeschakeld, geen tabs
(b) De tekst wordt op generlei wijze opgemaakt, met uitzondering van vet en cursief. Eventuele bijzondere wensen met betrekking tot de opmaak worden vermeld in de e-mail waarmee de kopij aan de hoofdredacteur wordt toegezonden.
(c) Ter indeling van de tekst worden uitsluitend tussenkopjes in vet gebruikt. Boven en onder het kopje wordt één witregel getypt. Overige witregels of halve witregels (ter indeling van de tekst) worden niet gebruikt
(d) De openingsalinea van een artikel bevat geen kopje en wordt in vet getypt. Deze alinea heeft het karakter van een introductie van het artikel die in het kort, voor zover van toepassing, de probleemstelling, een samenvatting en de conclusie van het artikel bevat. De openingsalinea dient, met andere woorden, de lezer een eerste en globale indruk van het artikel te geven.
(e)  Illustraties worden los van de tekst geleverd (zie onder A (b)). De bijschriften van illustraties worden genummerd en op een afzonderlijke bladzijde aan het einde van de hoofdtekst of, indien van toepassing, aan het einde van de noten geplaatst. In de hoofdtekst wordt met tussen vierkante haken geplaatste nummers aangegeven, waar volgens de auteur een illustratie moet worden opgenomen. De bijschriften bevatten altijd een bronvermelding
(f)  Zogenoemde sprekende staartregels, die in het tijdschrift onderaan elke bladzijde van een artikel staan, worden niet door de auteur maar door de redactie gemaakt.

Noten
(a) De redactie plaatst uitsluitend eindnoten. Voetnoten zijn niet toegestaan
(b) Het gebruik van noten wordt zoveel mogelijk beperkt. Noten worden bij voorkeur uitsluitend gebruikt voor bronvermelding. Noten die een uitweiding van de hoofdtekst bevatten, worden zo veel mogelijk vermeden
(c) Noten worden getypt volgens dezelfde aanwijzingen als die welke voor de hoofdtekst gelden
(d) Noten worden niet toegevoegd met gebruikmaking van de invoegfunctie van Word. De tekst van de noten wordt onder de hoofdtekst getypt en voorafgegaan door een kopje `Noten’ . Vóór de noottekst wordt het nootcijfer getypt dat overeenkomt met het nootcijfer in de hoofdtekst
(e) Het nootcijfer in de hoofdtekst wordt getypt met behulp van de superschriftfunctie van Word. Nootcijfers aan het einde van een zin worden áchter de eindpunt geplaatst, niet ervóór.

Illustraties
(a) Bij de keuze van illustraties  dient de auteur rekening te houden met de bladspiegel van Zeeland, die 14,5 cm x 21,3 cm bedraagt
(b) De auteur doet bij voorkeur zelf voorstellen voor illustraties. Indien de auteur zelf illustraties levert, worden deze in overleg met de redactie geselecteerd indien om redactionele redenen een keus moet worden gemaakt
(c) Indien de auteur geen voorstellen voor illustraties doet en geen illustraties levert, zoekt de redactie zelf illustraties bij het artikel. Deze worden in overleg met de auteur geplaatst. Indien de auteur niet bereikbaar is voor overleg, plaatst de redactie de illustraties volgens eigen inzicht
(d) Illustraties worden uitsluitend geleverd in formaten met de extensies .jpeg, .tiff of .eps
(d) De resolutie van illustraties dient ten minste 300 dpi te bedragen op het weer te geven formaat.

Tabellen en grafieken
(a) Bij de keuze van tabellen en grafieken  dient de auteur rekening te houden met de bladspiegel van Zeeland, die 14,5 cm x 21,3 cm bedraagt
(b) Tabellen en grafieken worden geleverd als pdf-bestand. De in tabellen en grafieken gebruikte letterfonts worden bijgesloten
(c) Tabellen en grafieken worden door de auteur niet in de tekst opgenomen, maar in een afzonderlijk bestand geplaatst. In de hoofdtekst wordt met tussen vierkante haken geplaatste nummers aangegeven, waar volgens de auteur een bepaalde tabel of grafiek moet worden opgenomen. De redactie draagt hier zorg voor
(d) De bijschriften van tabellen en grafieken worden, net als de bijschriften van illustraties, onder de hoofdtekst (of onder de noten, indien die er zijn) geplaatst en genummerd.

Bibliografische beschrijving
Voor de bibliografische beschrijving van geraadpleegde literatuur worden hieronder kortheidshalve aan de hand van twee eenvoudige voorbeelden de regels voor de meest voorkomende gevallen (namelijk monografieën en periodieken) gegeven. De redactie is zich ervan bewust, dat de regels voor bibliografische beschrijving per wetenschappelijke discipline sterk verschillen, maar verzoekt de auteurs ter wille van de eenvormige presentatie van artikelen in het tijdschrift strikt de hand te houden aan de regels die uit deze voorbeelden spreken. De redactie past de bibliografische beschrijving in de overige gevallen (dat wil zeggen: in gevallen waarin deze twee voorbeelden niet voorzien) aan aan de (interne) gedetailleerde regels voor bibliografische beschrijving
(a) Monografieën: W.F. Lichtenauer, De Nederlanders in Napoleons Garde d’honneur. Rotterdam, 1971
(b) Periodieken: F.H. de Klerk, Lotgevallen van een Goese Garde d’honneur. In: Historisch Jaarboek voor Noord- en Zuid-Beveland, nr. 5 (1979), 33-47
(c) Indien internetadressen worden vermeld, dient de datum van raadpleging te worden toegevoegd (publicaties op het internet worden namelijk dikwijls aangepast of zijn slechts gedurende een beperkte tijd beschikbaar). Een internetpublicatie wordt bibliografisch als een gewone publicatie behandeld. De beschrijving wordt gevolgd door de volgende vermelding: ‘Geraadpleegd op [datum] via [volledig en gespecificeerd internetadres].

Auteursvermelding
(a) De auteur vermeldt ten behoeve van het artikel zelf zijn naam (met, naar eigen keuze, zijn initialen of zijn voornaam (roepnaam)), welke boven het artikel worden geplaatst. Ten behoeve van de inhoudsopgave levert de auteur tevens zijn achternaam met initialen en, indien van toepassing, zijn academische titel(s)
(b) In de e-mail waarmee de kopij aan de hoofdredacteur wordt toegezonden, vermeldt de auteur tevens zijn adres, postcode, woonplaats, telefoonnummer (bij voorkeur met vermelding van de tijd waarop hij op dit nummer het best te bereiken is) en zijn e-mailadres (indien het e-mailadres waarvandaan de kopij wordt verzonden, een ander adres is dan het adres waarop de auteur gewoonlijk te bereiken is).

Revisie van structuur, spelling, grammatica en stijl
(a) Voor de spelling wordt de officiële spelling van de meest recente editie van de Woordenlijst Nederlandse Taal (het ‘Groene Boekje‘) gebruikt. In gevallen waarin de Woordenlijst Nederlandse Taal niet voorziet, wordt de spelling van de meest recente editie van het Groot Woordenboek van de Nederlandse Taal (Van Dale) gebruikt. Van deze aanwijzing wordt niet afgeweken.
(b) Voor grammatica en stijl worden de regels van de meest recente editie van de Schrijfwijzer van Jan Renkema gebruikt. Deze regels betreffen tekstkwaliteit in het algemeen, dat wil zeggen stijl en leesgemak (welke tot uiting komen in de begrijpelijkheid, de nauwkeurigheid, de bondigheid en de aantrekkelijkheid van de tekst), grammatica en leestekens
(c) Indien de structuur of de stijl van de tekst ingrijpend wordt gewijzigd, wordt overleg gepleegd met de auteur. Over grammaticale revisie wordt geen overleg gepleegd en geen discussie gevoerd.

Slotbepaling
In alle gevallen waarin de aanwijzingen niet voorzien of waarin deze op verschillende manieren kunnen worden uitgelegd, beslist de redactie, bij voorkeur in overleg met de auteur.